Created with Sketch.
Switch Lab
Choose Lab

“Als het gaat om eenzaamheid, zie je in de statistieken twee duidelijke pieken: een piek bij ouderen, en een piek bij jongeren,” vertelt Eva. Toch is de problematiek heel bekend bij ouderen, maar wordt er weinig gedaan aan eenzaamheid bij jongeren. Daarom voerde Eva aan het begin van haar project heel veel gesprekken, met allerlei partijen die te maken hebben met jongeren. “Veel mensen denken: er zal wel een taboe op rusten bij jongeren. Maar tijdens al die gesprekken ontdekte ik dat de grootste oorzaak onwetendheid is. Bij ouders, docenten, jongerenwerkers, bij allerlei groepen die betrokken zijn bij jongeren. En ook bij de jongeren zelf: zij weten vaak zelf niet dat wat zij voelen, eenzaamheid is.”

Eenzaamheid is nog geen onderwerp

Door die onwetendheid ontbreekt het onderwerp ook helemaal in de lerarenopleiding. Zijn zorgpartijen niet met dit onderwerp bezig. Komt het niet aan bod in de tweedaagse cursus voor vertrouwenspersonen en mentoren. En zit er ook geen enkele vraag over eenzaamheid of sociaal welzijn in de enquête die Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) doet onder jongeren op middelbare scholen. “Toen ik mijn resultaten aan ze voorlegde, reageerden ze heel enthousiast. Die vraag komt erin, en het kan leiden tot betere interventies.”

De definitie van eenzaamheid

Dat eenzaamheid zoveel voorkomt bij jongeren, is eigenlijk niet zo vreemd. In de onderzoekswereld wordt eenzaamheid ook wel als volgt omschreven: je behoefte aan sociaal contact wordt niet waargemaakt. “Dan is er sprake van een mismatch tussen wat je wilt, en wat je krijgt. Juist als je jong bent, ben je bezig met je identiteit, met wie je bent. Als je zelfbeeld of je wereldbeeld dan negatiever wordt, ga je ook vriendschap negatiever inschatten. En dat leidt weer tot nog meer negativiteit, je komt in een neerwaartse spiraal terecht.

Samen nadenken

Na alle gesprekken in het begin van haar project, wilde Eva al die verschillende partijen met elkaar laten praten. Inclusief een ervaringsdeskundige, en jongeren van de middelbare school. Om perspectieven te delen, en samen te komen tot één definitie van het probleem. “Tijdens de eerste sessie stelde ik iedereen de vraag: hoe zou de ideale wereld eruitzien, zonder eenzaamheid? En wat is daar allemaal voor nodig? Inzicht in het probleem bijvoorbeeld, dat kan dan niet ontbreken.”

In de tweede sessie vroeg Eva alle deelnemers om te komen tot concrete oplossingen en denkrichtingen. “Zoals een standaardvraag opnemen in de enquête op middelbare scholen, en voorlichtingsactiviteiten voor niet alleen jongeren maar ook ouders, en docenten.”

Eva blikt positief terug op beide sessies. “Mijn grotere doel hiermee is om op rond dit probleem een netwerk te creëren in Delft. Alle mensen bij elkaar die, ieder vanuit hun expertise, met jongeren te maken hebben. Als zij samen begrip en visie delen, dan kun je komen tot veel effectievere interventies.”

Jongeren en ouderen in Abtswoude Bloeit

Hoe komt een studente aan een technische universiteit bij dit sociale onderwerp? “Ik heb altijd interesse gehad in maatschappelijke vraagstukken. Alleen zijn er niet zoveel projecten bij ons die daarover gaan. Gelukkig mocht ik tijdens het eerste jaar van mijn master zelf een onderwerp kiezen. Ik dacht: iets met ouderen.”

Zo kwam Eva terecht bij Abtswoude Bloeit, een voormalig verzorgingstehuis waar ouderen en jongeren samen onder één dak wonen. Daar merkte ze dat zowel de ouderen als de studenten best graag met elkaar wilden afspreken. “Alleen hadden de ouderen niet zoveel zin om er hun eigen huis voor uit te gaan. En de studenten hadden juist moeite om zomaar op de ouderen af te stappen.”
Eva bedacht een apparaatje waarmee een student een berichtje kan sturen, bijvoorbeeld: Zin om naar de gemeenschappelijke ruimte te komen? Ouderen konden vervolgens op dat berichtje reageren.

Na deze ervaring wilde Eva voor haar afstudeerproject ook de andere kant weleens nader onderzoeken: jongeren. “Daar was de gemeente Delft ook heel blij mee. Zij zien dit probleem ook, en willen er graag iets aan doen. Geweldig dat ik op deze manier als student een steentje kan bijdragen.”

Dit artikel verscheen eerder op de website van WIJStad.